De openbare ruimte zou voor iedere voetganger toegankelijk moeten zijn. Maar vanuit de veronderstelling dat lopen ‘wel losloopt’ wordt het belang van lopen als schakel in het mobiliteitssysteem vaak onderschat. Het gevolg is dat voetgangers over het hoofd worden gezien bij de inrichting van de openbare ruimte, ondanks de belangrijke rol van voetgangers in mobiliteitsvisies. Zo komt de voetganger niet zelden pas in de laatste fases van het ontwerp aan bod, als de wegen en fietspaden al zijn ingetekend.
De vele functies van de stoep
Voor de voetganger wordt vervolgens ruimte gecreëerd in de vorm van een stoep. Die biedt bij uitstek ruimte om te lopen, zou je zeggen. En alle stoepen samen vormen een netwerk van doorlopende verbindingen: het loopnetwerk. Maar een stoep is meer dan een statische ruimte voor een huis, school of winkel. Het is de plaats waar je buren ontmoet, waar je kunt wandelen, waar cafés terrassen inrichten en waar winkels producten etaleren. Biedt de stoep wel ruimte voor al die verschillende functies?
Te weinig aandacht voor wie loopt en waarom
In de huidige plannen, ontwerpen en in de uitvoering wordt te weinig rekening gehouden met de verschillende groepen mensen die lopen, zoals kinderen, ouders, senioren en mensen met een beperking. Denk hierbij aan looproutes die onverwacht ophouden of worden onderbroken en slecht verlichte voetpaden. Ook is er onvoldoende oog voor de verschillende redenen waarom ze lopen. Dit betekent dat loopnetwerken in veel gevallen niet voorzien in hun behoeften als het gaat om continuïteit, samenhang en comfort.
Bereikbaarheid is kwetsbaar
Wanneer aandacht voor al die verschillende voetgangers en hun behoeften uitblijft, zal het bestaande mobiliteitsnetwerk verder onder druk komen te staan. Vooral de meest kwetsbare mensen in de samenleving ondervinden hiervan de negatieve gevolgen.
Omdat ruimte schaars is, delven voetgangers te vaak het onderspit bij conflicten tussen hun belangen en die van bijvoorbeeld automobilisten en fietsers. Zo beperken op de stoep geparkeerde fietsen en auto’s de bewegingsruimte voor voetgangers aanzienlijk, in het bijzonder voor mensen die, vanwege een brede kinderwagen, rolstoel of scootmobiel, meer ruimte nodig hebben.
Maar de gevolgen strekken nog verder. Hiaten en obstakels in wandelnetwerken zorgen ook voor beperkte bereikbaarheid van het openbaar vervoer. Als je daarvan afhankelijk bent om je te verplaatsen - cruciaal voor deelname aan de maatschappij, sociale contacten, mentaal welzijn en fysieke gezondheid - dan moet je het ov wel kunnen bereiken.
Voor wie ontwerpen we?
Om bereikbaarheidsarmoede tegen te gaan, vragen wij als ontwerpers ons af - voordat we aan de slag gaan - voor wie we ontwerpen. Daarom is het zo belangrijk om van tevoren een doelgroepenstudie uit te voeren, waarin de behoeften van de verschillende voetgangers in kaart worden gebracht. Welke verplaatsingen maken deze groepen mensen binnen het bestaande netwerk en waarom? Sluit het loop- en wandelnetwerk goed aan op de gezondheidszorg voor senioren die niet meer kunnen rijden? Sluit het naadloos aan op het ov voor mensen met een visuele beperking die voor hun dagelijkse verplaatsingen afhankelijk zijn van lopen en ov?
Diverse behoeften en barrières
Voetgangers zijn divers. En al die verschillende groepen mensen, bijvoorbeeld kinderen, senioren, ouders, mensen met een beperking, mensen met een laag inkomen en mensen met een migratieachtergrond, hebben andere behoeften en ervaren andere obstakels als het gaat om lopen. Zo is het voor ouderen en mensen in een rolstoel belangrijk dat een looproute tredevrij is; zonder trappen, maar met liften of - nog beter - hellingbanen.
Voor inzicht in die behoeften en barrières is samenwerking met de verschillende belanghebbenden onontbeerlijk. Voor een empathische mobiliteitsaanpak is een open dialoog nodig, tussen de verschillende groepen voetgangers, belangenorganisaties voor voetgangers, beleidsmakers bij gemeenten, provincies, en de rijksoverheid, én planners en ontwerpers.
Samen werken aan oplossingen
Alleen met een gezamenlijke, empathische aanpak kunnen we toewerken naar een hoogwaardige loop- en wandelinfrastructuur. Naar onderling verbonden, multifunctionele loop- en wandelnetwerken, inclusief woon-werkroutes, schoolroutes, winkelroutes, zorgroutes en recreatieve routes, verbonden met het ov.
Hierbij moeten we ook samen nadenken over oplossingen om oneigenlijk gebruik van voetpaden en andere ruimtelijke faciliteiten voor voetgangers tegen te gaan. Als voetgangers zich onveilig voelen omdat er fietsers over het voetpad razen, hoe scherm je dat voetpad dan af tegen fietsgebruik zonder afbreuk te doen aan de toegankelijkheid voor mindervaliden?
Van visie naar praktijk
Meer ruimte voor lopen vraagt om het vroegtijdig rekening houden met voetgangers in al hun verscheidenheid. Het vraagt om een empathische aanpak, al vanaf het begin van het ontwerpproces. Inclusiviteit kun je nu eenmaal niet pas aan het eind succesvol toevoegen.
Om de prioriteit van voetgangers niet alleen in mobiliteitsvisies, maar ook op straat te realiseren pleiten wij dan ook voor meer samenwerking. Samenwerking tussen voetgangers, hun belangenorganisaties, beleidsmakers, planners en ontwerpers. Platforms als het Nationaal Voetgangerscongres en initiatieven om lopen te bevorderen, zoals de City Deal Ruimte voor Lopen, geven hieraan een positieve impuls. Alleen samen zetten we stappen in de juiste richting.