De Kaderrichtlijn Water: een opgave én een kans 

08-05-2025
Water
Nederland staat voor een grote opgave als het gaat om de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. Volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW) moet ons water in 2027 voldoen aan strenge kwaliteitseisen.
Vennetje in natuurgebied

De deadline voor Kaderrichtlijn Water nadert nu snel. En dat zorgt voor toenemende druk en urgentie bij overheden. Waar staan we als Nederland? Wat moet er gebeuren? En hoe kan Royal HaskoningDHV bijdragen aan het behalen van de doelen? 

Terug naar de basis: wat is de Kaderrichtlijn Water (KRW)?

Schoon en gezond water is van levensbelang voor mensen, dieren en planten. We maken er ons drinkwater van, we recreëren erin, gebruiken het voor onze landbouw en industrie en het is leefgebied voor veel dieren en planten. Daarom is in 2000 de Kaderrichtlijn Water in het leven geroepen met Nederland als belangrijke initiator. De Kaderrichtlijn Water is een Europese richtlijn die streeft naar een goede kwantitatieve, ecologische en chemische toestand van oppervlaktewater, grondwater, kustwateren en overgangswateren. 

In Nederland gaat het om 745 oppervlaktewateren en 23 grondwaterlichamen. Elk oppervlaktewaterwaterlichaam krijgt doelen mee op verschillende onderdelen:

  • De hoeveelheid chemische stoffen (zoals zink, nikkel, PFAS);
  • Ecologische doelen (zoals visstand, planten, algen);
  • Fysisch-chemische parameters (zoals zuurstof, nutriënten)

Scoort een oppervlaktewaterlichaam op één van de parameters uit deze onderdelen ondermaats? Dan voldoet het hele waterlichaam niet. De richtlijn werkt namelijk met het ‘one out, all out’-principe. 

Voor de grondwaterlichamen gaat het om:

  • De chemische toestand (zoals nitraat, chloride, bestrijdingsmiddelen);
  • Een goede kwantitatieve toestand (waterbalans op orde, voldoende stroming naar de beken).

De stand van zaken: hoe staat de waterkwaliteit in Nederland ervoor?

We kunnen er niet omheen draaien: de waterkwaliteit in Nederland laat nog te wensen over. Hoewel er aan veel individuele doelen wordt voldaan, staan alle 745 oppervlaktewaterlichamen nog in het ‘rood’.

In februari 2025 bracht de Europese Commissie een rapport uit over de KRW. Wat blijkt? Ondanks de vele inspanningen van de Nederlandse watersector, bungelen we onderaan de Europese ranglijst. Door de vele investeringen de afgelopen jaren zien we wel een beperkte verbetering in de waterkwaliteit. 

Enkele conclusies over de situatie in Nederland:

  • Slechts 9,4% van het Nederlandse oppervlaktewater voldoet aan de chemische normen, een forse daling ten opzichte van 2019, toen dit nog bijna 40% was, maar dit komt deels door verbeterde detectiemethoden en een uitgebreider monitoringsprogramma;
  • De ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater is sinds 2016 niet significant verbeterd, waardoor momenteel geen enkel waterlichaam in een ‘goede’ ecologische toestand verkeert;
  • Naar verwachting zal in 2027 slechts 5,2% van het Nederlandse oppervlaktewater voldoen aan de ecologische eisen.

Uit de Nederlandse tussenevaluatie, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (december 2024), blijkt dat weliswaar aan circa 80% van de afzonderlijke normen wordt voldaan, maar dat geen van de 745 Nederlandse oppervlaktewaterlichamen als ‘goed’ wordt beoordeeld. Bij het grondwater kregen slechts 4 van de 23 lichamen het oordeel ‘goede toestand’. Dit heeft vooral te maken met de bedreigingen van de grondwaterkwaliteit voor de grondwaterwinningen, die als beschermd gebied zijn aangemerkt.

Hoe kan dat? De Nederlandse watersector heeft namelijk niet stilgezeten. Door het hele land zijn veel verbeteringen aangebracht in het watersysteem. Denk aan de aanleg van natuurvriendelijke oevers, vispassages en beekherstelprojecten. Maar ondanks de vele inspanningen, voldoet ons water nog niet. Duurt het lang voordat verbeteringen zichtbaar zijn? Stroomt de verontreiniging via de rivieren uit onze buurlanden Nederland in? Er zijn factoren die meespelen waardoor we nog niet voldoen. Desalniettemin ligt er een flinke opgave om alle waterlichamen toch in het ‘groen’ te krijgen.

Wanneer we iets verder kijken in de tussenevaluatie zien we dat van de circa 100.000 individuele KRW-doelen voor oppervlaktewater er 97.000 chemisch zijn. De resterende 3.000 doelen betreffen ecologische en ondersteunende fysisch-chemische parameters. De nadruk ligt dus - ook qua problematiek in aantal normoverschrijdingen - bij chemie. Een aantal van deze chemische stoffen is hardnekkig en lastig te verwijderen. Ze komen van nature voor in de bodem óf zijn het gevolg van historische vervuiling. 

Een voorbeeld hiervan is de aanwezigheid van zink in de Brabantse bodem, afkomstig van een fabriek die geen zink meer uitstoot naar het milieu. Hoewel er geen nieuwe vervuiling plaatsvindt, blijft het zink vrijkomen uit de bodem. Het zink is in zo’n groot gebied aanwezig dat het bereiken van de doelstellingen voor 2027 technisch niet haalbaar of onevenredig kostbaar is. In dergelijke gevallen mag Nederland gebruikmaken van een uitzonderingsregel.

Kortom: we voldoen nog niet. Wat betekent dit in 2027?

Hoewel de richtlijn dus al 25 jaar bestaat, is pas sinds kort de druk echt voelbaar. De deadline van 2027 maakt het concreet: vanaf dat moment moet Nederland rapporteren aan de Europese Commissie over het wel of niet behalen van de doelen. Vanaf 2027 is de mogelijkheid om uitzonderingsgronden in te brengen beperkt. De Europese Unie vindt namelijk dat de lidstaten voldoende tijd hebben gehad om aan de eisen te voldoen. 

Het later bereiken van de doelen kan vanaf 2027 alleen als de oorzaak van de vertraging ligt bij natuurlijke omstandigheden door na-ijleffecten zoals het langzaam vrijkomen van historische verontreinigingen. Of dat het een tijd duurt voordat effecten van eerder genomen maatregelen zichtbaar zijn, bijvoorbeeld wanneer planten en dieren zich ergens moeten gaan vestigen. Het kan ook zijn dat een bepaalde stof van nature voorkomt in de bodem in verhoogde concentraties. Daarvoor mogen de normen voor oppervlaktewater nog regionaal aangepast worden en daar is men in de verschillende regio’s op dit moment nog druk mee bezig.

Voor veel overheden betekent 2027 een omslag. Ineens moeten vergunningen, projecten en beleidskeuzes veel strenger worden getoetst aan de KRW. Waar voorheen vergunningen voor wateronttrekking of lozingen relatief makkelijk werden verleend, kunnen aanvragen zomaar stilvallen als blijkt dat het waterlichaam overbelast is. Zo ontstaat een situatie die lijkt op de stikstofproblematiek: projecten zijn juridisch aanvechtbaar en kunnen stranden bij de rechter.

Ook in de Tweede Kamer is deze boodschap aangekomen. Sommige Kamerleden vrezen een crisis zoals bij de stikstofuitstoot, waarin ‘de rechter het land op slot zet’. In antwoord op Kamervragen achtte de minister het risico daarop tot 2027 gering, omdat Nederland gebruikmaakt van de mogelijkheid binnen de KRW om de uitvoering van de Kaderrichtlijn uit te stellen op grond van technische onhaalbaarheid en onevenredig hoge kosten.

Wat kunnen we doen om de doelen wél te halen?

Hoewel er al heel wat bereikt is, moet er desalniettemin nog veel gebeuren. Alle betrokken partijen, van het Rijk tot decentrale overheden, zoals de waterschappen en andere stakeholders, staan hiervoor aan de lat en moeten een gezamenlijke inspanning leveren om de kwaliteit van het water te verbeteren en de doelen uit de Kaderrichtlijn Water te behalen. 

Met 2027 in zicht zijn dit de vier belangrijkste stappen:

  1. Voer alle geplande maatregelen daadwerkelijk voor 2027 uit - Fysiek herstel van beken, het verbeteren van zuiveringstechnieken en het herzien van vergunningen moeten nu worden doorgevoerd zoals vooraf gerapporteerd aan de Europese Commissie. Wachten betekent nog meer vertraging in effect.
  2. Herijk ecologische doelen waar nodig - Maak doelen realistischer binnen de fysieke beperkingen van het watersysteem, zonder de ambitie te verlagen. De doelen zijn rond 2020 voor het laatst in lijn gebracht met de verwachte effecten van de geplande maatregelen. Inmiddels is nog beter bekend welke effecten we daadwerkelijk terugzien van deze maatregelen en dit kan verwerkt worden in de doelen. Zo voorkomen we onuitvoerbare opgaven.
  3. Gebruik uitzonderingsregels zorgvuldig en goed onderbouwd - Pas doelen aan waar mogelijk. Dat vereist een stevige onderbouwing richting Europa. Dit kan leiden tot een later doelbereik en kan met uitzonderingsregels worden verantwoord, mits inhoudelijk goed onderbouwd. Het gaat om na-ijleffecten (dieren en plantenleven moet zich nog aanpassen), nog langdurig vrijkomen van stoffen uit de bodem waarvan de verontreinigingsbron al is weggenomen of om verhoogde natuurlijke achtergrondbelasting.
  4. Versterk monitoring en data-analyse - Meer en slimmer meten is cruciaal om te weten waar de problemen zitten én of maatregelen effect hebben. Maak data bruikbaar voor bestuurders en beleidsmakers.

Hoe kan Royal HaskoningDHV helpen met het behalen van de doelen?

Bij Royal HaskoningDHV kijken we met een integrale blik naar de KRW. Onze visie is helder: wij helpen onze klanten om ervoor te zorgen dat ongewenste en milieuvreemde stoffen niet in het oppervlakte-, grond-, afval- en drinkwater terechtkomen. Waar dat niet volledig lukt, zetten we in op de beste beschikbare technieken om deze stoffen op een duurzame en kosteneffectieve manier uit het water te verwijderen. Tegelijkertijd werken we aan het versterken van ecosystemen, zodat deze beter bestand zijn tegen de resterende belasting.

Onze rol als partner strekt zich uit over de volledige waterketen. Of het nu gaat om beleid, ontwerp, uitvoering of monitoring: voor elke discipline bieden wij de meest passende en integrale oplossingen. In complexe opgaven brengen we disciplines samen, zodat we via een samenhangende aanpak echt verschil kunnen maken in het verbeteren van de waterkwaliteit.

Wat dit concreet inhoudt? Onze aanpak bestaat uit vijf pijlers:

  1. Inzicht creëren
    Door bestaande monitoringsdata slim te visualiseren in dashboards, maken wij zichtbaar waar de knelpunten zitten. Elk waterlichaam wordt beoordeeld op basis van actuele gegevens, met analyses op trends, stoffen en biologische parameters. Zo ziet u bijvoorbeeld in een oogopslag in welk waterlichaam de PFAS-waarden te hoog zijn. 

    Deze dashboards zijn beschikbaar op landelijk én lokaal niveau, zodat ook individuele waterschappen of provincies direct kunnen zien waar maatregelen nodig zijn. Daarnaast kunnen we over de jaren heen trends in verbetering of verslechtering inzichtelijk maken.

  2. Monitoring en toetsing
    Meten is weten. En weten is kunnen sturen. Een robuust monitoringsprogramma fungeert als waarschuwingssysteem. Het helpt om trends en verslechteringen vroegtijdig te signaleren, zodat u tijdig kunt bijsturen. Een goed meetprogramma zorgt ervoor dat uw rapportages kloppen en onderbouwd zijn. Een goed monitoringsplan voorkomt bovendien onnodige of niet-doeltreffende investeringen.

    Wij helpen u bij het opstellen van monitoringsprogramma’s die passen binnen de KRW-systematiek. Wij helpen u met het vormgeven van een goed onderbouwde meetstrategie. Ook bij de beoordeling van meetresultaten – dus het toetsen aan normen, een trend- of hotspotanalyse – zijn wij betrokken.

    Het identificeren van slecht functionerende rioolstelsels (oorzaak van overstorten naar oppervlaktewater) geeft goede inzichten om problemen te verhelpen. Daarnaast kan regionale sturing van het rioolsysteem overstorten verminderen of voorkomen. Onze Aquasuite producten kunnen ingezet worden om vervuiling vanuit het rioolsysteem te verlagen door slimme monitoring en optimalisatie van de gemalen.

  3. Doelafleiding en herziening
    Voor ecologische doelen bestaat ruimte om lokaal te kijken wat haalbaar is, zonder functies als landbouw of wonen onevenredig te benadelen als het gaat om fysieke verbetering ter verbetering van de ecologie. Wij helpen u bij het afleiden van zulke realistische doelen, waarbij de ecologische ambitie behouden blijft maar beter aansluit op wat daadwerkelijk mogelijk is binnen een gewijzigd systeem en de effecten die maatregelen daadwerkelijk hebben.

  4. Ontwerp van maatregelen
    Wanneer duidelijk is waar het probleem zit, helpen wij u bij het ontwerpen van herstelmaatregelen. Denk bijvoorbeeld aan:

    • het hermeanderen van beken;
    • het verwijderen van stuwen voor vismigratie;
    • het verhogen van beekbodems;
    • het optimaliseren van oeverinrichting.

    Deze maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de ecologische toestand. Wij ontwerpen en begeleiden aannemers die de maatregelen uitvoeren.

    Voorbeelden hiervan zijn herinrichtingen van de Tongelreep en de Groote Beerze, waar delen van het stroomgebied in fases zijn aangepakt.

  5. Zuiveringstechniek en vergunningen
    Voor de chemische doelen zetten wij innovatieve zuiveringstechnieken in. Wij ontwikkelen of adviseren over technieken om lozingen schoner te maken, met aandacht voor kosteneffectiviteit en technische haalbaarheid. Denk bijvoorbeeld aan prijswinnende technieken zoals Nereda en Aurea.

Daarnaast spelen wij een steeds grotere rol in het juridisch ondersteunen van bedrijven en overheden. Bijvoorbeeld bij het herzien van vergunningen wanneer stoffen op de KRW-lijst terechtkomen, of bij juridische vragen rond onttrekking en lozing. Zo hebben we in opdracht van VNO-NCW en MKB-Nederland een KRW helpdesk ingericht. Ondernemers kunnen hier terecht voor deskundige ondersteuning om te voldoen aan de KRW-richtlijnen.

Meer informatie 

Wilt u meer weten over wat Royal HaskoningDHV voor u kan betekenen voor het behalen van de KRW-doelen? Neem dan contact op met Senior Adviseur waterkwaliteit Niels Evers.

Niels Evers - Senior Adviseur waterkwaliteit

NielsEvers

Senior Adviseur waterkwaliteit

Language is changing...