Het was allereerst essentieel om te bepalen wat een uniform en breed gedragen paspoort moest inhouden, welke functies het zou moeten hebben, waarvoor het zou moeten en kunnen worden ingezet. En een centrale vraag was hoe en in welke mate het materialenpaspoort vervolgens daadwerkelijk zou kunnen bijdragen aan de circulaire transitie.
Zeven waterschappen (AGV, HHD, WDOD, HHNK, WSRL, HDSR en WSVV) hebben samen met de Unie van Waterschappen en onder begeleiding van Royal HaskoningDHV gewerkt aan een gemeenschappelijke invulling van het materialenpaspoort. Een uniforme aanpak borgt het ontsluiten, verzamelen en uitwisselen van data: binnen een waterschap, tussen waterschappen en bijvoorbeeld met aannemers.
Royal HaskoningDHV benadrukt de noodzaak om zoveel mogelijk paspoorten op te stellen, in eerste instantie vooral vanuit nieuwbouwprojecten, om zo tot voldoende schaal aan aanbodzijde te komen.
De basis voor het materialenpaspoort ligt er nu. De Unie van Waterschappen is inmiddels begonnen aan de volgende fase: het opdoen van praktijkervaring met een concept-paspoort via pilots. Daarvoor komt een starterskit beschikbaar die onder meer een uniforme aanpak borgt. De Unie van Waterschappen wil het materialenpaspoort landelijk uitrollen. Daarvoor is het belangrijk dat liefst alle waterschappen meewerken. Er is van die kant al veel belangstelling. Het materialenpaspoort past naadloos in een circulair en duurzaam asset management, inclusief BIM-koppeling, waarbij materialen op het juiste moment en met de gewenste kwaliteit vrijkomen voor hergebruik.
Onze adviseurs helpen je graag op weg!