Van verdwenen naar vooraan

In 2010 werd gesteld dat Nederland af was en werden de deuren van het Ministerie van VROM door kabinet Rutte I gesloten. Enkele nog resterende rijkstaken werden verdeeld onder verschillende departementen en werden onder volgende kabinetten nog onzichtbaarder. 

Twaalf jaar later is er sprake van ‘De grote verbouwing van Nederland’ - bij Royal HaskoningDHV noemen wij het ‘Transitie Nederland’ - is het ministerie (nog) niet terug, maar is er wel weer een minister voor VRO. Ruimtelijke ordening staat weer in the picture en hoe! De opgaven zijn groter en lastiger dan ooit, grijpen in elkaar en kunnen niet zondermeer op maatschappelijk draagvlak rekenen van een mondiger geworden samenleving. Om de zaak vlot te trekken is een Nieuwe Ruimtelijke Ordening (NRO) nodig waar veel meer overtuiging en uitvoeringskracht van uit gaat. In deze blog lees je wat de vier kernpunten hiervan moeten zijn.

1. Begin bij een onweerstaanbaar toekomstbeeld

Een eerste kernpunt voor de NRO is het doorschakelen naar een missiegestuurde ruimtelijke ordening. Het woord ‘missie’ is bewust gekozen, omdat dat voor iets hogers staat dan een doel of een visie. De missie die ik bedoel, is het bereiken van een onweerstaanbaar toekomstbeeld voor Nederland. Een beeld dat alle beleidsterreinen overstijgt en tegelijkertijd allemaal verbindt. Dat is nodig omdat de sociale, maatschappelijke, culturele, economische en ruimtelijke vraagstukken met elkaar verbonden zijn: ze spelen zich allemaal af in een bepaald gebied. 

De nieuwe Nota Ruimte die minister Hugo de Jonge aankondigt, biedt mooie aanknopingspunten voor het neerzetten van dat onweerstaanbare toekomstbeeld: een visioen dat verlangen naar de toekomst oproept en waarvoor we bereid zijn ons gedrag te veranderen, ruimte en materie her te verdelen, andere waarden te appreciëren en ander beleid te accepteren. Met zo een visioen kunnen we de missie tastbaar maken. Dit omvat een veel krachtiger drive to change en sterkere gezamenlijke focus waardoor veel energie wordt gemobiliseerd om tot uitvoering te komen. En die extra aandrijfkracht is hard nodig!

Echter, de varianten die nu voor de Nota Ruimte worden uitgewerkt missen elke vorm van aantrekkingskracht. Het VNG-initiatief Denktank Nederland 2040 is in dit opzicht veelbelovender: daar is denkkracht vanuit de wetenschap en samenleving gemobiliseerd en via een tocht door het land wordt burgers de gelegenheid geboden actief mee te doen. Het is interessant om deze twee processen bij elkaar te brengen: Top-down en bottom-up verbinden, met een onweerstaanbare visie als eindresultaat!

2. Organiseer samenwerking vanuit nieuwe rollen en posities

Met de revival van de ruimtelijke ordening komt ook de vraag hoe we dat effectief organiseren in deze tijd met grote, acute opgaven. Het rijk wil zich meer in het land laten zien, provincies zoeken naar hun positie nu het rijk weer de regie pakt, krachtige regio’s die vechten voor hun autonomie. De inrichting van processen die van rijkswege worden opgestart zijn vaak nog erg ad hoc en improviserend van aard. Dat maakt het voor andere partners in het proces moeilijk zich goed en tijdig voor te bereiden. Daar leidt de kwaliteit van de samenwerking onder en zet het proces onder druk, wat eigenlijk onnodig is. 

Een belangrijke stap hierin is een duidelijke opvatting van de overheid over haar rol in ruimtelijke processen en op de verschillende schaalniveaus. Zeker nu het rijk weer regie wil terugpakken is deze vraag actueel. Welke opgaven horen bij welke overheidslaag thuis en hoe breng je beleid en uitvoering bij elkaar? Aanschuiven in plaats van afschuiven, in een geïntegreerde aanpak.

Wellicht moet je als overheid ook tijdelijk een nieuwe rol pakken om patstellingen te doorbreken, bijvoorbeeld op de woningmarkt. Veel nieuwbouwprojecten zitten op dit moment vast omdat er nog onvoldoende woningen zijn verkocht. Daar zou je als overheid in kunnen springen tot de woningmarkt een nieuw evenwicht heeft gevonden. 

3. Mobiliseer uitvoeringskracht in symbiotische partnerschappen

Een centraal vraagstuk is momenteel hoe we bij de ruimtelijke opgaven tot uitvoering komen als beleid is geformuleerd en bestuurlijke afspraken zijn gemaakt. Kijkend naar de opgaven waar we voor staan, kan geen partij in zijn eentje een goed resultaat bereiken. Samenwerking is een essentiële bouwsteen in de uitvoering, maar dit betekent dat ieder zijn rol daarop moet afstemmen en verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn eigen aandeel in de gezamenlijke opgave. Dit vraagt om een andere opstelling van zowel overheid, marktpartijen als burgers. Een opstelling die gericht is op een motiverende manier van samenwerken met wellicht ook een andere selectie van partners dan voorheen.

Het zal gaan om samenwerken met de welwillenden in symbiotische partnerschappen waarin passende private initiatieven worden opgenomen. Samen optrekken in onzekerheid en met het opvangen van risico’s. Samen beweging op gang brengen door gericht innovaties te koppelen aan transitieopgaven. ‘De grote verbouwing van Nederland‘ waar Hugo de Jonge over spreekt, vraagt om een samenhangend plan van aanpak. Grote en lastige klussen moeten snel en voortvarend worden aangepakt, zodat er een nieuw skelet ontstaat waarop markt en burgers de verdere inrichting kunnen baseren. Maar dan moeten er wel nieuwe paden zijn uitgestippeld en daarvoor is onderzoek en innovatie nodig. Een mooi voorbeeld is Re-rooting the Dutch food system van WUR. Met dergelijke concepten kun je een nieuwe maatschappelijke dialoog op gang brengen over een ander perspectief.

4. Houd grote schoonmaak via een doordacht planningsconcept

Het vierde kernpunt van de NRO noem ik de grote schoonmaak in beleid en governance. De stapeling van beleid en overlegstructuren is gigantisch en werkt enorm vertragend. Met de aangekondigde Nieuwe Nota Ruimte liggen kansen hiertoe voor het grijpen, maar vraagt wel de Nota vanuit een doordacht en gefocust planningsconcept in te richten. En dan bedoel ik een planningsconcept dat zowel vanuit inhoud als vanuit samenwerking is geladen. Samenwerking die gericht is op sturing in samenhang.

In het startpakket voor de ruimtelijke voorstellen van de provincies zijn meer dan 25 Nationale Programma’s opgenomen. Elk van de programma’s bevat tal van beleidsdoelen, ontwikkelprincipes, afwegingscriteria en maatregelenpakketten. De optelling van dit geheel is vrijwel niet te overzien, hiërarchie en prioritering, heldere keuzes ontbreken. Beleidsopgaven zitten elkaar in de weg en leiden soms tot jarenlange impasses.

Door voor een missiegestuurde RO te kiezen, kunnen we deze impasses doorbreken want de missie brengt samenhang in de opgaven en bepaalt de hiërarchie in doelstellingen. Gezien de situatie waarin de Aarde zich bevindt, moeten we het derde afwegingsprincipe uit de NOVI: afwentelen wordt voorkomen veel serieuzer nemen en een centrale plaats geven in onze missie. We kunnen ons het afwentelen niet meer veroorloven, en we kunnen het sociaal-maatschappelijk ook niet meer maken als we beseffen wat ons aandeel is in de klimaatverandering en uitputting van de aarde. Dit principe maakt onze missie ook zeer relevant voor volgende generaties en vormt daarmee een estafettestokje dat de komende decennia steeds wordt doorgegeven.

Grotere beweging nodig

De ruimtelijke ordening van nu is duidelijk anders dan die van twee jaar geleden. Het benoemen van een minister voor VRO heeft duidelijk effect en een minister met ambitie versterkt dat. Maar we zijn er nog niet. In het ruimtelijk domein als geheel is er een veel grotere beweging nodig om de grote transitieopgaven tijdig aan te pakken en Transitie Nederland vorm te geven. De nieuwe Nota Ruimte biedt daarvoor aanknopingspunten, maar dat gaat niet vanzelf goed. Als vakwereld hebben we daarin ook onze rol te pakken door kritisch, creatief en verbindend te zijn. Dat betekent dat we ons vooraan in het proces moeten mengen. Nu dus!

Over een paar decennia wonen we in een veranderd land. Kijk maar naar de immense transities: klimaat, wonen, energie, landbouw, mobiliteit. We willen veel, op ons kleine stukje van de wereld. Maar wat voor land kan dat worden en welke transitie gaan we maken? Dat moeten we nu bedenken. Nieuwsgierig? 

Hans Büchi - Ruimtelijk strateeg

HansBüchi

Ruimtelijk strateeg

Language is changing...