Een van de doelen van de Omgevingswet, die 1 januari van kracht werd, is de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving. Ruimte en milieu, voorheen gescheiden sporen, zijn samengebracht in één wet, met het omgevingsplan als belangrijkste instrument. De nieuwe handreiking sluit daarop aan met het concept van de geïntegreerde planologische en milieugebruiksruimte: de ruimtelijke toedeling van een activiteit met de daarbij passende maximaal beschikbare milieuruimte, vooral voor geluid en geur.
Daarnaast beantwoordt de handreiking twee problemen van de sinds 2009 gangbare aanpak. Die gaat uit van zes milieucategorieën waaronder circa 800 omschreven milieuhinderlijke activiteiten vallen. Veel concrete activiteiten staan echter niet op de lijst. Dit leidt tot discussies tot aan de Raad van State over de vraag welke activiteiten een bedrijf wel en niet uitvoert en in welke categorie het valt. Een tweede tekortkoming is dat de omschreven bedrijfsactiviteiten niet altijd stroken met de impact in de praktijk. Een relatief onschuldige kleine bierbrouwerij valt bijvoorbeeld in de zware categorie 4, die passend is voor de grote industriële brouwerijen, terwijl een datacenter, potentieel veel verstorender, onder de veel lichtere categorie 2 is gerangschikt.
De nieuwe handreiking behoudt een waardevol onderdeel van de huidige inrichting van bedrijventerreinen: het principe van inwaartse zonering, met lichte activiteiten aan de rand en zwaardere in het midden. De handreiking stelt: hoe verder de activiteit van woongebieden plaatsvindt, hoe groter de beschikbare milieugebruiksruimte kan zijn. Bedrijven die kunnen onderbouwen dat ze weinig milieugebruiksruimte innemen, hoeven dit lang niet altijd aan te tonen met kostbare en tijdverslindende onderzoeken. Op basis van de onderbouwing kan worden bepaald of, en zo ja welk, (aanvullend) onderzoek nodig is naar de benodigde milieugebruiksruimte. In het geval van een bierbrouwerij kan het gaan om geuronderzoek, een datacenter vereist bijvoorbeeld geluidsonderzoek.
Rein Bruinsma, adviseur milieu en Omgevingswet bij Royal HaskoningDHV, is de hoofdauteur van de handreiking: ‘In de huidige systematiek zit geen directe koppeling tussen de ruimtelijke toedeling en de milieuwaarden en is er een starre koppeling tussen een activiteit en de bijbehorende richtafstand. Deze handreiking lost dit op door een geïntegreerd systeem met een ruimtelijke koppeling aan de beschikbare milieugebruiksruimte per activiteit mét milieuwaarden, zonder daarbij gebruik te maken van een lijst met activiteiten en richtafstanden in de regels. Het is voor gemeenten een belangrijk hulpmiddel bij het stellen van ruimtelijke- en milieukaders voor omgevingsplannen en het al dan niet toelaten van bedrijfsactiviteiten op een manier die strookt met de doelstelling van de Omgevingswet.’
De handreiking is vanaf nu beschikbaar via deze link Handreiking Acitivteiten en milieuzonering (vng.nl).
De komende tijd start de VNG een traject voor de verdere bekendmaking van de handreiking Activiteiten en milieuzonering, ook auteur Bruinsma zal op verschillende plekken nadere toelichting geven.
Neem contact op met onze experts Omgevingswet