In Amsterdam is relatief veel risico-gevende bedrijvigheid te vinden in het havengebied Westpoort. Daarom is al in 2009 EV-beleid gemaakt voor dit gebied, de Gebiedsvisie Externe Veiligheid Westpoort.
Dit beleid is 15 jaar oud en aan een actualisatie toe. Royal HaskoningDHV is gevraagd voor deze actualisatie op te treden als gespreksleider en voorzitter van het kernteam. Dit team bestaat verder uit afgevaardigden van de gemeente Amsterdam, de provincie Noord-Holland en het Havenbedrijf Amsterdam. Onderdeel van het actualisatietraject is afstemming met de gemeenten Zaanstad en Haarlemmermeer. Het traject moet uiteindelijk leiden tot nieuw Beleid Omgevingsveiligheid Westpoort (BOW) dat onderdeel wordt van het omgevingsplan.
De huidige bedrijvigheid in Westpoort bestaat voor een groot deel uit bedrijvigheid die is gerelateerd aan fossiele brandstoffen. In het kader van de energietransitie vindt een gefaseerde transformatie plaats naar (grotendeels) niet-fossiele brandstoffen. In Westpoort gaat het bijvoorbeeld om Liquid Organic Hydrogen Carriers (LOHC’s) en Waterstof. Voor omgang met niet-fossiele brandstoffen is vaak meer (milieu)ruimte nodig dan voor fossiele brandstoffen. Aangezien de exacte invulling van de (energie)transitie pas in de komende decennia zal uitkristalliseren, gaat het bij het BOW niet om welke exacte activiteiten, stoffen en maatregelen wel of niet zijn toegestaan, maar om de beschikbare risicoruimte.
Tegelijkertijd is het havengebied in ontwikkeling en is er ruimte ingepland voor woningbouw. Met andere woorden: het aantal risicoveroorzakers is toegenomen en zal in de toekomst verder toenemen terwijl ook het aantal risico-ontvangers zal stijgen. Bedrijven op Westpoort willen graag investeren in nieuwe technieken, producten en diensten. Omdat het om aanzienlijke investeringen gaat willen ze graag zoveel mogelijk duidelijkheid over de huidige en toekomstige risicoruimte in het omgevingsplan.
Veel onderdelen van de opdracht die Royal HaskoningDHV heeft, zijn niet veranderd door de komst van de Omgevingswet. Grootste uitzondering zijn de zogeheten aandachtsgebieden uit de wet. Dit zijn gebieden die zichtbaar maken “waar mensen binnenshuis onvoldoende beschermd kunnen zijn tegen de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen”. De wet onderscheidt drie gebieden: het brandaandachtsgebied, het explosieaandachtsgebied en het gifwolkaandachtsgebied.
Deze aandachtsgebieden zijn nieuw in de Omgevingswet en hebben een relatie met bepaalde typen kwetsbare gebouwen. Wanneer een gebouw wel of niet exact kwetsbaar is, is niet altijd even helder geformuleerd. Het kernteam had meerdere sessies nodig om ze exact te definiëren. Een goede risicoschatting per aandachtsgebied vereist veel gedetailleerde informatie over de mogelijke impact en de aanwezige gebouwen en hoeveel personen daarin op welk moment aanwezig zijn. Die informatie is onvoldoende voorhanden.
Ik vind het heel bijzonder om met deze drie partijen gezamenlijk te pionieren. Open, nieuwsgierig en transparant. Met dit traject leveren we in gezamenlijkheid een essentiële bijdrage aan de (Amsterdamse) haven van de toekomst.
Het kernteam wil in 2024 een flinke stap zetten in de richting van afronding van het BOW. Het eerste half jaar is vooral nodig voor het verzamelen van ontbrekende data om evenwijdig daaraan de contouren van mogelijk beleid uit te tekenen. In de tweede helft van 2024 schrijft het kernteam de mogelijke keuzes op en staat de voorbereiding op de voor te nemen besluiten centraal. Daarna, naar verwachting in de eerste helft van 2025, zullen het Amsterdamse college en gemeenteraad de definitieve besluiten nemen.
Neem contact op met onze experts Omgevingswet
De Omgevingswet geeft het wettelijk kader voor de ruimtelijke transities van Nederland. Na een lange aanloop is de Omgevingswet een feit. Wat betekent deze grootschalige wetswijziging voor private organisaties en overheden?