Circulaire maatregelen voor kunstwerken van Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat wil in 2030 circulair werken. Dat betekent veel voor de wijze waarop Rijkswaterstaat de renovatie, het onderhoud en eventueel de aanleg van nieuwe objecten aanpakt. Royal HaskoningDHV heeft verkend wat de meest kansrijke en impactvolle maatregelen zijn om bruggen, viaducten, dijken, oeverbescherming en sluizen circulair te maken. Ook is uitgezocht hoe Rijkswaterstaat de maatregelen moet implementeren, bijvoorbeeld een toevoeging of aanpassing van de vraagspecificatie.
Circulaire-maatregelen-voor-kunstwerken-van-rijkswaterstaat

Circulaire ontwerpprincipes

Als belangrijkste basis voor het onderzoek hebben we de acht circulaire ontwerpprincipes genomen die zijn uitgewerkt voor het MIRT (nieuwe aanleg). Deze ontwerpprincipes hebben we samen met RWS toegepast op objecttypologieën die de komende jaren het meest aangepakt moeten worden, zoals betonnen viaducten (groot aantal), rivierdijken (Hoogwaterbeschermingsprogramma) en sluizen met puntdeuren (programma Multiwaterwerk).

De vijf à zes meest kansrijke maatregelen zijn uitgewerkt in factsheets met korte beschrijvingen. Ook is de impact op het milieu en de kosten berekend in de vorm van een MKI-berekening met DuboCalc en een SSK LCC-berekening. Tevens hebben we een raming gemaakt van de implementatiekosten.

Milieu-impact

Zo zijn er voor dijkversterkingen goede alternatieven voor een traditioneel (stalen) damwandscherm, bijvoorbeeld een Verticaal Zanddicht Geotextiel (VZG) of een Grof Zand Barrière (GZB). Deze oplossingen besparen zo’n 65% aan milieu-impact (MKI) en ook de kosten zijn aanzienlijk lager. Ook kan er veel gewonnen worden op de toepassing van stortsteen, bijvoorbeeld op taluds. In veel projecten wordt toepassing van nieuw stortsteen geëist, terwijl hergebruik zo’n 50% milieu-impact kan schelen. De standaardeisen die Rijkswaterstaat hanteert in de richtlijnen, moeten hiervoor wel aangepast worden. Voor de overnachtingshaven in Spijk wordt al gekeken hoe dit kan.

Een belangrijke, overkoepelende les is dat voor het toepassen van de acht circulaire ontwerpprincipes een duidelijk toekomstscenario voor het object erg belangrijk is. Is er veel of weinig verandering te verwachten? Zo is het principe van robuust ontwerp nuttig voor objecten met een lange functionele levensduur, zoals een sluis die 100 jaar meegaat. In tegenstelling tot een dynamisch knooppunt, wat waarschijnlijk over 30 jaar weer op de schop gaat. Dan kun je beter het principe van demontabel ontwerpen volgen, zodat bouwdelen of materialen gemakkelijk hergebruikt kunnen worden. Denk aan het circulaire viaduct nabij Kampen.
Language is changing...